Porsche 356 C
Om eerlijk te zijn ben ik nooit echt fan geweest van het merk Porsche en zijn modellen, veel van hetzelfde in mijn ogen, te Duits, te degelijk, te goed misschien ook wel. Zo ook de 356, de oer-Porsche weliswaar, zeggen dat het een gestroomlijnde kever is, blijft natuurlijk een cliché, maar toch. Mijn broer Marcel daarentegen is een groot liefhebber van het merk uit Zuffenhausen, bezit meerdere modellen en slaat geen beurs of introductie over. Hoe bedoel je broers hebben hetzelfde DNA? In de keuze voor automerken verschillen we als dag en nacht, hij meer Duits, ik Engels, oké de Italiaanse auto’s bindt ons. Naast een 924S en een Boxster was hij op een dag ook de trotse bezitter van een Bali-blauwe Porsche 356C met origineel fabrieks-schuifdak. En al zeg ik het zelf, een plaatje, strak in de lak, geen blaasje te vinden, mooi interieur, Halda tripmaster erin, vierpuntgordels en dat 4-cylinder boxertje reed als een zonnetje, kwam dat schuifdak ook van pas...
Op de zaterdagen doen we altijd een auto-gerelateerd rondje; kopje koffie her-en-der, beetje ouwehoeren en vooral auto’s en nog eens auto’s; autodealers, restaurateurs, garages, oldtimerbeurzen, dagje circuit maar zeker ook de autominiatuur-winkels. Iets wat er van kleins af aan al in zit, zo gingen we als kind nooit naar de Efteling, speeltuin of dierentuin maar brachten elke zaterdag uren en uren door in schuren en garages om daar achter het stuur van allerlei merken te zitten en weg te dromen. In de schuur van Ab van Egmond heb ik tal van imaginaire reizen gemaakt in Alvissen, Lotussen, Jaguars, MGs en ga zo maar door. Komt daar die voorliefde voor het Engelse spul uit voort?
Enfin, op zo’n zaterdags rondje kwamen we tegen het einde van de middag aan bij Modelcars op de Bergselaan in Rotterdam, ons
laatste adres van die dag. Normaal kopen
we er onze miniatuurauto’s, Brumm blijft leuk, oude Corgi's
en Dinky’s in de doos niet te weerstaan.
We kregen een lekker bakkie en na een beetje over de 356 te hebben gepraat, die we, bij gebrek aan een parkeerplek, maar op de stoep hadden gezet, kwam Fred met iets anders dan normaal, een
partijtje autofolders, verkoop voor een klant, hij dacht zelf circa 100 folders en aangezien het geen reguliere handel was, wilden ze er wel in één keer vanaf. Ongezien de koop gesloten, kan je geen buil aan
vallen, dachten we. Wij mee naar achteren en daar bleek Fred zich toch een heel klein beetje vergist te hebben, geen circa 100 folders, maar heel heel veel folders, na thuis geteld te hebben ruim
5.000 folders! Van allerlei merken en modellen, veel prut, maar ook echt mooi spul, wat dacht je van een folder van een Bugatti 35, een Lamborghini Miura of aparte folders van een Citroën DS
Chapron en meer van dat soort werk.
En ja, daar sta je dan einde dag met een mooie, maar ineens toch wel heel kleine Porsche. Hebberig als we waren, moesten en zouden die folders gelijk mee gaan, later terugkomen met de ruime Mercedes Station was geen optie. We zijn toen zelf maar in de Bali-blauwe Porsche gaan zitten, hebben dat originele elektrische fabrieks-schuifdak open gedaan en vervolgens heeft Fred als een soort brievenbus al die folders er van boven af ingestort, met twee kleine kijkgaten en verder overal folders op en in de auto, op het dashboard, op schoot en waar al niet meer, zijn we met de carrosserie slepend en schurend over de grond en met de vonken eraf spattend terug naar huis gereden. Zoals gezegd heel veel folders en een avontuur rijker.
Nu, 15 jaar later, zijn we nog bezig de laatste folders te slijten en geloof het of niet een van laatste hebben we verkocht aan iemand op Bali!