Alfa Romeo GT 1600 Junior



Als er al maanden voor je 18e verjaardag een auto klaarstaat dan ben je een bevoorrecht mens, ja ik weet het, bedankt pap en in mijn geval ook niet zomaar een auto, nee een Alfa Romeo, een GT 1600 Junior Bertone uit 1974 welteverstaan. Een plaatje, een mini-Ferarri, zo voelde het en als ik eerlijk ben nog steeds, daar sta ik overigens niet alleen in, zo herinner ik me een artikel uit de Classic & Sportscars met de kop “who needs a Ferrari”. De Alfa was fraai gereviseerd en in goede bruikbare staat, prachtig rood/zwart uitgevoerd en met dat machtige 4-cylinder aluminium blokje met bovenliggende nokkenas, zowel technisch als qua design een juweeltje.

 

De Alfa stond er prachtig bij in de garage, ik ging er elke dag wel even in zitten en met mijn hand langs die welvingen, tja rijden mocht nog niet, ik was nog volop bezig met lessen en moest eerst nog ‘even’ op voor mijn theorie. Wat na verloop van tijd echter wel mocht was de Alfa even in en uit de garage rijden voor een goede wasbeurt, iets wat ik eigenlijk al jaren deed bij de andere klassiekers van mijn vader, ja die spaakwielen van een Jaguar wassen en poetsen ga je op termijn haten, neem dat maar van mij aan... nee dan die mooi zilverkleurige wieldoppen van de Bertone. Even met de handchoke een beetje handgas en hop weg was je.

 

Zo ook op die bewuste zaterdag, de Alfa stond op het erf, glimmend in het ochtendzonnetje, mooi stationair te lopen, ik kon het toch niet laten er stiekem een klein stukje mee te gaan rijden, even het erf af en die boerenweg op waaraan we woonden, moet toch kunnen, ja de Weipoort in het Groene Hart was daar rustig genoeg voor... enfin ik kreeg de smaak te pakken, werd al gauw overmoedig en reed de Weipoort uit, de wijde wereld in.

  

Ach ik zou toch zo weer terug zijn, wie zou dat nou merken... en zo reed ik rustig door het dorp en de weilanden richting Leiden, vader had gezegd dat het 

motorblok goed warm moest zijn voordat dat je voluit kon gaan, toen de oliemeter eindelijk op 60 graden stond, gaf ik volgas, ging er steeds meer van genieten, vloeiend sneed ik bochten aan, althans in mijn gedachten, durfde steeds meer en steeds harder, jeetje wat is dit top zeg, zoiets had ik nog nooit meegemaakt en toen wist ik het zeker, dit wil ik de rest van mijn leven blijven doen, met een fraaie klassieker of sportauto lekker sportief toeren.  

Je kunt gerust stellen dat ik overmoedig werd en steeds wilder ging rijden, steeds harder ook, ik kwam in een soort flow terecht, die stadsbus die eerst nog honderden meters voor me reed, was ik in een oogwenk bijgehaald en hop ik besloot hem gelijk maar in te halen, gaf volgas en wat er daarna gebeurde weet ik niet meer precies, maar de achterkant sloeg weg en door wat wilde stuurbewegingen en mijn voet op de koppeling kwam de Alfa achteruit te rijden en met ruim 100 kilometer per uur haalde ik de bus vervolgens achterstevoren in, om daarna al remmend, piepend en zwetend tot stilstand te komen in de berm.

 

Oef niks beschadigd geloof ik, wel een hartslag van boven de 200. Al snel kwam de bus langszij en de passagiers keken en masse mijn kant op, de buschauffeur toeterde nog eens flink, stak zijn duim op en met een hoofd nog roder dan de auto reed ik in een slakkengangetje terug naar huis. Ik heb de Alfa voorzichtig terug in de garage gezet en er thuis mijn mond over gehouden, in al die jaren heb ik er nooit iets over verteld, oei dit had ook anders kunnen aflopen.

 

 

De Alfa heb ik niet meer aangeraakt totdat ik ruim een jaar later mijn rijbewijs had, op de dag dat ik dit keer met rijbewijs de garage uitreed, fluisterde mijn vader me in, dat als ik een bus wilde gaan inhalen ik dat beter gewoon rechtuit kon doen, tja ook hij had wijselijk al die tijd zijn mond gehouden, hij wist het al lang, had het dezelfde dag nog gehoord, tja het blijft een dorp hé