Jaguar Mk2 3.4



Jaguar MK2

Eigenlijk had ik mezelf altijd wijs gemaakt dat ik ooit een brute muscle car zou hebben, iets dat brult en schreeuwt en je in één ruk uit je comfortzone trekt. Maar ja, soms gooit het leven je een curveball, en ineens sta je tegen een babyblauwe Jaguar MK2 aan te kijken. En eerlijk? Die zachte tint, gecombineerd met die klassiek Britse allure, heeft iets wat je zelden ziet bij een muscle car: pure elegantie zonder poespas.


De eerste keer dat ik instapte voelde het alsof ik in een oude James Bond film stapte. Die deur die met een tikje sluit, het dikke houten stuur dat heerlijk in de ‘hand valt’en dat geweldige lederen interieur dat een beetje ruikt naar… nou ja, gewoon naar luxe en de jaren ‘60.


Baby blue, ja, dat klinkt bijna als een meisjeskleur, maar geloof me, op deze MK2 werkt het als een magneet. Het is subtiel, fris en toch met die typische Britse klasse die je doet vergeten dat het eigenlijk gewoon een oldtimer is. Bij elke stoplichtstart voel je de auto zachtjes ademhalen, alsof ‘ie zegt: “Laat mij maar even de show stelen.” En dat geluid van de zescilinder… een brul met een zijdeachtige ondertoon.
Geen rauwe roffel, maar een verfijnde symfonie van kracht.


Rijden met zo’n Jaguar is geen sprint, het is cruisen met een koninklijke pas. Je gooit ‘m niet de bocht om, je laat ‘m dansen. De besturing is soepel, het onderstel voelt stevig zonder stug te zijn, en elke kilometer is een kleine ceremonie op zichzelf. Natuurlijk moet je soms een beetje vooruitdenken, de remweg is niet van vandaag, en je hoeft ook niet te verwachten dat je in een rechte lijn van nul naar honderd schiet. Maar daar gaat het ook niet om. Deze auto is een ode aan stijl, niet aan snelheid.


Wat ik ook geweldig vind? De subtiele details die je alleen ontdekt als je even stilstaat. Zoals het kleine klokje in het dashboard dat nét iets te langzaam loopt, of het chromen logo op de achterklep dat glanst alsof het net gepoetst is (oké, dat is het ook). En elke keer als ik uitstap, draaien voorbijgangers zich om, soms met een glimlach, soms met een vragende blik: “Wat is dat voor prachtige verschijning?”


Maar ja, met al die charme komt ook een portie onderhoud. Die motor houdt van aandacht, en soms van een praatje, vooral als het wat kouder wordt. En laten we eerlijk zijn, op baby blue zie je het vuil eerder dan op een donkere auto. Dus ja, het vergt wat liefde en geduld, maar het is het dubbel en dwars waard.

 


Dus, als je me zoekt, dan ben ik waarschijnlijk ergens op een stille B-weg, in m’n babyblauwe Jaguar MK2, met een klassiek rockplaatje op de radio en een glimlach die niet van m’n gezicht te krijgen is. Want soms, heel soms, is cruisen in stijl gewoon het allerbeste medicijn.