Ford V8 door Vozzen



Bordje omhoog, verstand op nul.

Auto’s kopen op een veiling blijft een sport voor mensen met of een ijzeren zelfbeheersing, of juist totaal géén. Ik val meestal in die tweede categorie. En veilingen? Ik blijf ze iets engs vinden. Het is die mix van adrenaline, competitie, en de stille hoop dat je met een buitenkans naar huis gaat. Of juist met een blok aan je been.


Neem nou die Ford Coupe uit 1950. V8. Grijs. Lomp. Amerikaans. Hij stond daar op die veiling alsof hij wist dat niemand hem écht wilde. Je kent dat type wel: te netjes om als “rat rod” door te gaan, te saai om echt mooi te zijn, en met nét te weinig patina om karaktervol te worden genoemd.


Ik stond ernaast met m’n handen in m’n zakken. Geen plannen om te bieden. Geen droom die werkelijkheid moest worden. Maar er was ook niemand anders. Geen concurrentie. Geen gekke telefoonkopers of obscure exportmannen met zonnebrillen en valse accenten.


De veilingmeester keek de zaal rond. Eén keer, twee keer. Hij begon al richting “niet verkocht, dan maar?” te gaan. En daar gebeurde het.


Hand. Bordje. Omhoog.


Waarom? Geen idee. Was het een mooie auto? Nee. Niet echt. Hij had z’n charme, natuurlijk. Elke oude auto heeft dat. Ze ruiken naar verleden tijd en olie en dat is op zichzelf al genoeg reden om er eentje te willen. Maar dit was geen liefde op het eerste gezicht. Geen lang gekoesterde droom. Dit was puur: “niemand anders wil hem, dan zal ik wel moeten.”


En zo reed ik dus naar huis in een Ford V8 die ik nooit van plan was te kopen. Groot, zwaar, met een honger naar benzine en aandacht. Mensen keken, maar niet op de goede manier. Eerder alsof ze dachten: “Wat moet hij daar nou mee?”


Hij bleef jaren. Niet omdat ik hem zo geweldig vond, maar omdat niemand anders hem wilde. Tot die ene dag, ik had een Harley-Davidson op het netvlies, een Liberator. Eindelijk weer iets met karakter, soul, historie. Iets wat klopte. En ineens was die Ford goed voor z’n beste bijdrage ooit: inruilwaarde.


En zo is het cirkeltje rond. Geen spijt, geen liefde. Maar wél weer een verhaal rijker.

 


Volgende veiling? Ja hoor, ik ga weer. Maar dit keer… laat ik dat bordje misschien thuis. Misschien.