Ferrari 328
GTS door
Vozzen
Ferrari-vlinders & vlashaartjes.
Er zijn van die ochtenden die je bijblijven. Niet omdat je vroeg opstond om hard te werken of een persoonlijk record op de loopband neerzette. Nee, juist omdat je níét sliep. Ik had net mijn rijbewijs op zak, verbleef die nacht bij mijn vriendinnetje, nu, decennia later, nog steeds mijn vrouw en het leven kon eigenlijk niet veel beter worden.
Totdat ik wakker werd van een geluid dat je niet hoort, maar voelt. Het openstaande slaapkamerraam liet een klank binnen die recht uit mijn jongensdromen leek te komen. Geen bladblazer, geen
brommer met sportuitlaat. Dit was iets anders. Die lage, rauwe, gorgelende brul... het was onmiskenbaar; een Ferrari.
Nieuwsgierig of eerlijker, direct klaarwakker als een kind op Sinterklaasochtend, schoof ik de gordijnen open. En daar stond ‘ie. Rood. Laag. Breed. Met die karakteristieke luchtinlaten aan de
zijkant en die strak gelijnde kont. Een Ferrari 328 GTS.
Niet zomaar een Ferrari, maar de Ferrari. De Magnum Ferrari. Mijn held van toen, Tom Selleck, reed erin. Compleet met Hawaiishirt, hippe korte broek en die iconische snor. Ik had alleen een
Adidas short aan, een warrig ochtendkapsel en wat vlashaartjes op m’n bovenlip, maar hé, het hart klopte als dat van een ware Ferrari-man.
De eigenaar bleek een vriend van de vader van mijn vriendin. En voor ik wist hoe of wat, kreeg ik de sleutels in mijn hand gedrukt. “Rondje doen?” vroeg hij met de nonchalance van iemand die dat
dagelijks zei. Mijn hoofd knikte sneller dan mijn mond kon reageren.
Het was maar een blokje om. Misschien een minuut of tien. Maar het voelde als een scène uit de serie. Geen helikopters of schietpartijen, geen Robin’s Nest of Higgins, maar ik was Magnum.
Al was het maar heel even. Een jongen van 18 met een vers rijbewijs, een meisje dat van hem hield en een Ferrari V8 onder zijn kont die de ochtend wakker brulde.
Later werd het Miami Vice, de witte Testarossa, en nog later de rest van het leven. Maar die ochtend, dat geluid, die eerste keer Ferrari… dat blijft.
Het begon allemaal met een raam dat openstond. En een droom die even heel écht werd